Wetenschappers hebben iets heel bijzonders gefilmd: jonge ijsbeertjes die voor het eerst uit hun sneeuwhol kruipen. Dit was nog nooit eerder zo goed vastgelegd.
Het gaat niet goed met de ijsberen in het Noordpoolgebied. Door klimaatverandering hebben ze het steeds moeilijker. Ook komen er steeds meer fabrieken en bedrijven in het gebied waar ze leven. Van alle ijsbeerbaby’s wordt maar de helft volwassen. En dat aantal kan nog verder dalen.
Daarom onderzoeken wetenschappers de plekken waar ijsberen hun welpen (baby’s) krijgen. Ze willen deze jonge ijsbeertjes graag beter beschermen.
Tien jaar filmen
Wetenschappers uit verschillende landen hebben tien jaar lang camera’s neergezet bij de holen van ijsberen in Spitsbergen (Noorwegen). Ze maakten unieke beelden van de jonge ijsbeertjes.
Kijk zelf maar!
Op de beelden hieronder zie je twee kleine ijsbeertjes uit hun hol springen. Hun moeder staat een stukje verderop op ze te wachten. Het is best moeilijk om het hol te zien – het lijkt net alsof de beertjes zomaar uit de sneeuw tevoorschijn komen!
Wat hebben de onderzoekers ontdekt?
- De jonge ijsbeertjes zijn bijna altijd bij hun moeder in de buurt. 95% van de tijd zijn ze bij hun moeder. Ze blijven soms wek 2,5 jaar bij haar in de buurt
- De ijsberenfamilies komen rond 9 maart uit hun hol. Dat is vroeger dan eerst. Als ze te vroeg uit hun hol komen, hebben de kleintjes minder tijd gehad om groot en sterk te worden
- Als ze uit hun hol komen, blijven ze gemiddeld nog 12 dagen in de buurt. Sommige families blijven maar 2 dagen, andere wel 31 dagen.
Waarom is dit belangrijk?
Professor Megan Owen zegt: “Door deze beelden leren we veel over een belangrijke periode in het leven van jonge ijsberen. Met die kennis kunnen we ze beter beschermen.”
De onderzoekers hebben tien jaar lang met speciale camera’s en GPS-halsbanden de ijsberen gevolgd. Ze willen precies weten hoe ze leven en wat ze nodig hebben. Want alleen dan kunnen ze de ijsberen en hun jongen goed beschermen.
Wist je dit?
Een pasgeboren ijsbeertje is heel klein: het weegt maar een half kilo, ongeveer net zoveel als een pak boter. De babybeer is dan nog blind en heeft nog geen vacht. Maar het groeit supersnel: als het uit het hol komt, is het wel twintig keer zo zwaar!
